Veilig door het donkere seizoen: e-biketips van een professionele testfietser
01.11.2022 | Tech & Service
Bijna niemand heeft zoveel kilometers op alle bikes van Riese & Müller afgelegd als hij: Uwe Hoffmann, testfietser van de ontwikkelingsafdeling van Riese & Müller. De perfecte droombaan? Dat verklapt hij in een interview – en geeft daarnaast ook veiligheidstips voor het natte en koude seizoen.
Veiligheidscontroles voor vertrek
-
Fietskleding moet comfortabel zitten, maar mag niet te wijd zijn, zodat mouwen of broekspijpen niet aan de fiets kunnen blijven hangen. Handschoenen moeten goed geïsoleerd zijn, maar toch een goed gevoel voor het drukpunt van de remmen bieden.
-
Tijdens het opstappen moeten de pedalen in een horizontale positie staan. Het kan ook handig zijn om tijdens het opstappen een remhendel aan te trekken, zodat de bike veilig staat.
Tijdens het afstappen moet het pedaal waarop het lichaamsgewicht rust, naar onder wijzen en geen voortstuwing meer genereren. Ook hier helpt een gedoseerd gebruik van de achterrem.
Als de rit direct wordt voortgezet, bijvoorbeeld bij een stoplicht, moet op de juiste versnelling en het juiste ondersteuningsniveau worden gelet. Wie met een kettingversnelling in de hoogste versnelling tot stilstand komt, komt maar moeilijk weer op gang – zelfs in de Turbo-modus. Omgekeerd moet er in de kleinste versnelling rekening mee worden gehouden dat de versnelling bij een hoog ondersteuningsniveau zeer krachtig is. -
Onder natte omstandigheden en in het donker is een zo goed mogelijk zicht van essentieel belang. Grove vervuilingen moeten daarom regelmatig van de lamp en de reflectoren worden verwijderd.
Correcte instelling van de lichtkegel: het einde van de lichtkegel moet binnen uw zichtbereik liggen. Als de kegel te ver naar beneden wijst, kan het gezichtsveld te klein zijn, met name bij hogere snelheden. Vuistregel: de lichtgrens moet ca. 10 meter voor het voorwiel liggen. Als de lamp hoger schijnt, worden andere verkeersdeelnemers verblind en het veiligheidseffect van een goede zichtbaarheid verandert juist in een gevaar. -
De bandenspanning moet om de twee tot drie weken worden gecontroleerd. Juist in de overgangsperiode kunnen temperatuurverschillen invloed hebben op de bandenspanning. Meestal is een handmatige controle voldoende. Bij een slechte ondergrond kan een iets lagere bandenspanning bovendien voor meer grip zorgen. De aanbevolen bandenspanning vindt u aan de zijkant van de band (zie afb. onder “#Banden” in dit artikel).
-
Indien mogelijk moeten met name wat zwaardere bikes op een effen oppervlak worden neergezet. Tijdens het manoeuvreren op hellend terrein kan het handig zijn om de achterrem te laten aanlopen, zodat deze een deel van het gewicht overneemt en meer controle biedt.
Bij de belading van Long-John-cargo-bikes, zoals de Load of Packster, zorgt gewicht op het voorwiel voor extra zekerheid. Dienovereenkomstig moet een lichte lading zo ver mogelijk voor in de box worden geplaatst. Als veel spullen worden getransporteerd, geldt de regel: eerst over het oppervlak verdelen en daarna pas gaan stapelen.
Meer veiligheid tijdens de rit
-
De snelheid moet altijd worden afgestemd op de weersomstandigheden, het terrein en het zicht. Sneeuw, nattigheid, bladeren, zand, grind of tramrails moeten als mogelijke bron van gevaar worden beschouwd en de snelheid moet eventueel worden aangepast.
-
Ook met bochten moet vroegtijdig rekening worden gehouden en deze moeten vervolgens met een adequate snelheid worden genomen. Al voordat de bocht begint, moet een geschikte snelheid worden gekozen, zodat krachtig remmen in de bocht zelf kan worden voorkomen.
-
Een natte en gladde stoeprand of een onverwachte wortel kunnen snel gevaarlijk worden. Veel hindernissen kunnen gewoon worden omzeild – het beste lukt dat op een langzaam tempo met een gedoseerd gebruik van de achterrem. Als u niet om het hindernis heen kunt rijden, helpt het om rekening te houden met de overwinningshoek: hoe frontaler u op het hindernis afrijdt, des te beter.
Veiligheid begint in het hoofd
-
De belangrijkste veiligheidsfactor zit op de fiets. Wie aandachtig en met een vooruitziende blik op pad gaat, kan er doorgaans ook voor zorgen dat onverwachte situaties minder gevaarlijk zijn. Elke fietser mag daarom ook tijdens een ontspannen rit nooit vergeten: “Ik neem nu actief deel aan het wegverkeer.”
-
Tijdens een rit met de e-bike is het niet handig om een koptelefoon te dragen. U mag zich door het nieuwe display of de nieuwe smartphone-app niet ertoe laten verleiden om tijdens het fietsen met de cockpit te spelen.
-
Wie mag als eerste doorrijden? Tijdens de meeste fietstochten komen wij andere verkeersdeelnemers tegen. Wanneer u met anderen personen in een bepaalde verkeerssituatie terechtkomt, is een duidelijke, heldere en vriendelijke communicatie voor iedereen van voordeel.
-
Wie deelneemt aan het verkeer, moet zich te allen tijde van zijn verantwoordelijkheid bewust zijn. Fietsers met een vooruitziende blik slagen er zelfs in om ook verantwoordelijkheid voor andere verkeersdeelnemers te dragen: als u op een kruispunt verwacht over het hoofd te worden gezien, moet u dienovereenkomstig oplettend rijden en uw hand aan de rem houden, in plaats van provocatief uw rechten op te eisen. Op deze manier is het voor iedereen minder gevaarlijk.
-
Juist voor forenzen en mensen die veel fietsen is een professionele rijveiligheids- resp. rijtechniektraining met de eigen e-bike erg nuttig. Hier wordt de basis, zoals een veilige lichaamshouding op de bike, het rijden van bochten en noodstops, getraind. Dergelijke trainingen worden regelmatig door wielerverenigingen, Bike Schools, fietsersbonden en andere instanties aangeboden.
Interview met Uwe Hoffmann, testfietser van de ontwikkelingsafdeling van Riese & Müller
Hallo Uwe! Je werkt sinds een half jaar als testfietser voor de ontwikkelingsafdeling van Riese & Müller. Dat klinkt als een droombaan voor elke fietsfanaat. Wat zijn jouw taken en hoe ziet een typische werkdag er voor jou uit?
Omdat voor mij elke dag anders is, kan ik eigenlijk geen typische werkdag beschrijven. Maar ik schat dat ik rond 80 procent van mijn werktijd op de fiets doorbreng. De resterende tijd ben ik bezig met het ontwikkelen en opstellen van testverslagen en de uitwisseling met collega’s van de ontwikkelingsafdeling.
Dat klinkt inderdaad als een droombaan. Maar ik fiets wel onder alle weersomstandigheden en elke dag. En meestal is de enige communicatie die plaatsvindt de taal van de bike die ik moet ontcijferen.
Hoe ziet de samenwerking tussen jou en de ontwikkelingsafdeling er precies uit?
Tijdens een vast wekelijks overleg bespreken wij eerst welke fietsen moeten worden getest en wordt mijn takenpakket vastgelegd. Vaak zijn de bikes die ik test prototypen of gaat het om onderdelen die pas over twee of drie jaar op de markt worden geïntroduceerd. Tijdens de proefritten let ik met name op het rijgedrag, de geluidsontwikkeling, de haptiek van de onderdelen en de ergonomie van de fiets.
Een testrit is tot wel 180 km lang en dekt verschillende profielen af, bijvoorbeeld diverse ondergronden zoals grind, veel kasseien of hellingen. In totaal fiets ik per werkweek ongeveer 700 km. Ik heb ook fietsen die ik aan een duurtest van meerdere maanden onderwerp en waarmee ik meer dan 4.000 km fiets. Na de proefrit volgt het kantoorwerk, dus de documentatie van mijn testindrukken en de uitwisseling met de ontwikkelingsafdeling.
Wat deed je voordat je bij Riese & Müller in dienst kwam?
Sport was altijd al heel belangrijk voor mij. Als kind begon ik met voetbal, daarna volgden skateboarden, BMX, vechtkunst en wielrennen. Toen ik 23 jaar was, deed ik mee aan mijn eerste mountainbikewedstrijd en behaalde meteen een top 10-notering. Toen had ik het fietsvirus echt te pakken. Ik ben meerdere keren kampioen van Hessen geweest en heb van mijn passie later ook mijn werk gemaakt: ongeveer 10 jaar heb ik samen met een partner een fietswinkel gerund en was daarna voor een grote dealer binnen de verkoop werkzaam. Ik kende Riese & Müller toen al en was ook al zeer vertrouwd met de producten van het merk. Toen ik de vacature voor testfietser voor de ontwikkelingsafdeling tegenkwam, heb ik geen seconde getwijfeld en meteen gesolliciteerd.
Hartelijk dank voor het gesprek, Uwe! Nog een laatste vraag: heb je in je vrije tijd eigenlijk nog wel zin om te fietsen?
(Lacht.) Natuurlijk – dan begint de echte training pas!